De herontdekking

 

De Hilligenbacker

 

Productieproces

 

Het Materiaal

 

Betekenis kleur

 

Heiligenlevens

 

For Sale

 

Links

Gebruik van pijpaarden beelden

De meeste beeldjes die gevonden zijn in Nederland dateren uit de periode 1450-1550. In Keulen werden al pijpaarden beeldjes geproduceerd in de late 14e eeuw. Er zijn twee soorten pijpaarden objecten: reliëfs en beelden. 
De maten variëren van minder dan zes centimeter tot groter dan 30 centimeter. De kleine beelden zijn minder geschikt om ergens neer te zetten, ze vallen snel om. Vermoedelijk droegen mensen deze als een amulet bij zich als een zogenaamde "zakheilige".


zakheiligen, ca. 6 cm (eigen productie)

De middelgrote exemplaren plaatste men thuis in een soort huisaltaar. De voortdurende nabijheid van de heiligen zorgde in de ogen van de middeleeuwer voor een constante bescherming tegen allerlei onheil en rampspoed.
De grotere exemplaren werden waarschijnlijk gebruikt in kloosters, gasthuizen en kerken.
De productie van met name de grotere beelden was gericht op een groot verspreidingsgebied; De Nederlanden en van Scandinavië tot aan Spanje. Door de ontwikkeling van de steden in de Noordelijke Nederlanden “liftte”de heiligenbakkerij als nijverheid mee in de bedrijvigheid van de stad.

Er is een verslag waaruit de handel in pijpaarden beelden blijkt. Dit eerste, ons bekende verslag over de handel in deze producten gaat over Pieter van Dordrecht, die: “vijf manden ende twee kisten van ghebakenen steenine beelden die hij ute Holland hadde gedaen commmen tot het Zwin (Brugge) aldaer versceipt hadde in een scip van Sint Omaers, zonder ter stapele ghebracht te zine.” Hij kreeg een boete omdat hij belasting wilde ontduiken door de goederen niet te melden. Dit was op 21 juli 1445.


zakheiligen, Utrecht, 15e eeuw

 




Fragment van van de heilige Barbara, gevonden in kasteel Altena, 1450-1500? (foto acheologische dienst Delft)


Hadewijch Hilligenbacker; pijpaarden beeldjes en historisch correcte middeleeuwse kleding